Normen beschermingsmiddelen
NORMEN
Producten die een EN-norm dragen zijn uitvoerig getest en voldoen aan alle basiseisen die de kwaliteit van het product moeten garanderen. Hieronder geven wij een overzicht van de voornaamste EN-normen die van toepassing zijn op bedrijfskledij.
NORMEN BESCHERMINGSKLEDIJ
EN 340
Bepaalt de algemene voorschriften voor beschermende kledij.
EN 343
Bescherming tegen barre weersomstandigheden (een combinatie van regen, sneeuw, mist, vochtigheid, wind, en temperatuur -5°C).
Parameters:
- X: waterdichtheid (3 niveaus)
- Y: ademende eigenschap (3 niveaus)
EN 342
Bescherming tegen kou.
Parameters:
- X: resulterende thermische isolatie getest met ondergoed type B
- Y: luchtdoorlaatbaarheid (3 niveaus)
- Z: ademende eigenschap (3 niveaus)
EN 471
Signalisatiekledij met hoge zichtbaarheid voor professioneel gebruik.
Parameters:
- X = oppervlakte, fluorescerend en retro-reflecterend materiaal (3 niveaus).
- Y = kwaliteit van het retro-reflecterend materiaal (2 niveaus).
EN 533 = EN ISO 14116
Bescherming tegen hitte en vlammen: materialen en materiaalcombinaties met een beperkte vlamverspreiding.
EN 531
Bescherming tegen industriële hitte.
Categorieën:
- A: essentiële voorwaarden = beperkte vlamverspreiding index 3
- B: (B1-B5) isolatie tegen convectiewarmte
- C: (C1-C4) isolatie tegen stralingswarmte
- D: (D1-D3) isolatie tegen gesmolten aluminiumdruppels
- E: (E1-E3) isolatie tegen gesmolten gietijzer.
ENV 50354
Bescherming tegen vlamboog.
Deze norm bepaalt het testen van en de classificatie voor materialen en kledingstukken die worden gedragen wanneer het risico op blootstelling aan elektrische vlambogen aanwezig is. Kleding die aan deze norm voldoet vat geen vuur en smelt niet op de huid, en voorkomt zo ernstige gevolgen bij blootstelling aan een elektrische vlamboog.
Classificatie:
- Klasse 1 : 4 kA
- Klasse 2 : 7 kA
Specifieke gevaren door accidentele elektrische vlambogen ontstaan door hoge temperatuur, drukpieken en verdamping en spatten van heet en gesmolten metaal, de effecten van hitteflux, lawaai, UV-straling, hete olie of de gevolgen van fysieke en mentale schokken.
EN 1149/1, EN 1149/2, EN 1149/3
Bescherming tegen statische elektriciteit.
1: Bepaalt de elektrostatische eisen en testmethodes voor kledij die bescherming biedt door elektrostatische verspreiding ter voorkoming van gevaarlijke ladingen.
2: Bepaalt de testmethode voor het meten van de verticale elektrische weerstand van materialen die worden gebruikt voor het maken van beschermende kledij.
3: Bepaalt methodes voor het meten van de verspreiding van elektrostatische ladingen van het oppervlak van materialen die worden gebruikt voor het maken van beschermende kledij.
EN 465
Bescherming tegen vloeibare chemicaliën. Eisen voor beschermende pakken met neveldichte verbindingen. Spraytest
EN 466
Bescherming tegen vloeibare chemicaliën. Jettest.
EN 467
Bescherming tegen vloeibare chemicaliën. Eisen voor kledingstukken die delen van het lichaam beschermen tegen chemicaliën.
EN 13034/6
Voor beschermende kledij (type 6) tegen gevolgen van contact met vloeibare chemicaliën type 6.
EN 368
Bescherming tegen vloeibare chemicaliën. Weerstand van materialen tegen doordringen van dergelijke vloeistoffen.
EN 381
Beschermende kledij voor gebruikers van kettingzagen.
EN 470-1 = EN ISO 11611
Beschermende kledij voor lassen en aanverwante processen. Van toepassing op beschermingskledij die gedragen wordt bij omgevingstemperatuur gedurende een periode van 8 uur, en bescherming biedt tegen kleine wegspringende deeltjes gesmolten metaal (EN 348), toevallig contact met vlammen (EN 532) en UV-straling.
EN 510
Eisen voor beschermende kledij voor gebruik op plaatsen waar het risico bestaat om te worden gegrepen door bewegende delen.
EN 469
Beschermende kledij voor brandweerlieden.
ESD
Bescherming tegen beschadiging door statische elektriciteit.
EN 393
Drijfhulpmiddelen 50N
EN 395
Reddingsvesten 100N
NORMEN WEGWERPKLEDIJ
EN 943
type 1 en type 2
EN 14605
type 3 en type 4
EN 13982-1 (EN EN 13982-2)
type 5
EN 13034
type 6
NORMEN CHEMISCH BESCHERMENDE KLEDIJ
Verschillende beschermingsklassen:
- Klasse 1: Gasdichte beschermende kledij
- Klasse 2: Niet-gasdichte beschermende kledij
- Klasse 3: Vloeistofdichte beschermende kledij
- Klasse 4: Spatdichte beschermende kledij
- Klasse 5: Chemisch beschermende kledij tegen stofdeeltjes
- Klasse 6: Beperkt spatdichte chemisch beschermende kledij
NORMEN OVERLEVINGSPAKKEN EN REDDINGSKLEDIJ
EN 393
Drijfhulpmiddelen 50N
Deze norm bepaalt testmethodes en eisen die worden gesteld aan het ontwerp en de prestaties van drijfhulpmiddelen met 50N drijfvermogen voor volwassenen. Drijfhulpmiddelen zijn onder andere vesten en pakken/kledingstukken die drijfvermogen leveren; deze producten draaien de gebruiker in het water echter niet in een stabiele positie.
EN IS 15027-3 KLASSE D
Deze norm bepaalt het vermogen van drijfpakken om te beschermen tegen onderkoeling
EN 395
Reddingsvesten 100N
Deze norm bepaalt testmethodes en eisen die worden gesteld aan het ontwerp en de prestaties van reddingsvesten met 100N drijfvermogen. Reddingsvesten draaien een bewusteloze persoon in een stabiele positie die voorkomt dat water binnendringt in mond en neus.
NORMEN HOOFDBESCHERMING
EN 397
Norm voor veiligheidshelmen voor gebruik in de industrie.
Helmen bedoeld om het bovenste gedeelte van het hoofd te beschermen tegen het risico op verwondingen veroorzaakt door vallende voorwerpen. Deze norm bepaalt o.a. afmetingen, constructie, prestatiecriteria en markeringen.
EN 812
Industriële veiligheidshelmen als bescherming tegen stoten.
Deze norm is bedoeld voor situaties waar de drager het hoofd kan stoten tegen vaste voorwerpen, waarbij er risico bestaat op lichte oppervlakkige verwondingen, zoals schaaf- en stootwonden. De stootpet is niet geschikt als bescherming tegen vallende, gegooide, bewegende en/of schuivende massa's of objecten. Bij enige twijfel moet worden gekozen voor EN 397.
NORMEN ADEMHALINGS- EN GELAATSBESCHERMING.
EN 136
Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Volgelaatmaskers
Deze norm bepaalt alles inzake volgelaatsmaskers, van gebruiksbeperkingen tot bewaar- en onderhoudsvoorschriften. Een volgelaatsmasker kan niet op zichzelf worden gebruikt en moet aangevuld worden met een ademhalingsbeschermingstoestel.
EN 140
Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Halfgelaatsmaskers en kwartmaskers
Deze norm bepaalt alles inzake halfgelaatsmaskers, van gebruiksbeperkingen tot bewaar- en onderhoudsvoorschriften. Een halfgelaatsmasker kan niet op zichzelf worden gebruikt en moet aangevuld worden met een ademhalingsbeschermingstoestel.
EN 141
Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Gasfilters en combinatiefilters
Verschillende klassen:
- Klasse 1 : filters met lage capaciteit
- Klasse 2 : filters met middelmatige capaciteit
- Klasse 3 : filters met hoge capaciteit
Verschillende Filtertypes A, B, E, en K:
- Type A : voor gebruik tegen bepaalde organische gassen en dampen gespecificeerd door de fabrikant en waarvan het kookpunt hoger ligt dan 65°C (kleur: kastanjebruin) Type B : voor gebruik tegen bepaalde anorganische gassen en dampen (kleur: grijs) Type E : voor gebruik tegen zwaveldioxide en andere zure gassen en dampen (kleur: geel)
- Type K : voor gebruik tegen ammoniak en organische derivaten van ammoniak (kleur: groen)
EN 143
Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Deeltjesfilters
- Stofklasse 2a = hinderlijke niet-schadelijke stof met een MAC-waarde van 10 mg/m3
- Stofklasse 2b = schadelijke stof met een MAC-waarde tussen 0,1 en 10 mg/m3
- Stofklasse 2c = giftige stof met een MAC-waarde kleiner dan 0,1 mg/m3
- P1 = filters met laag rendement = 0,1% vol.
- P2 = filters met gemiddeld rendement = 0,5% vol.
- P3 = filters met hoog rendement = 1,0% vol
NORMEN SCHOENEN EN LAARZEN
EN 345-1 EN EN ISO 20345
Deze normen geven aan dat het om veiligheidsschoenen gaat.
EN344-1 EN EN ISO 20344
Bepalen de algemene eisen en testmethodes voor veiligheidsschoenen, beschermende schoenen en werkschoenen voor beroepsmatig gebruik
EN345-1 EN EN ISO 20345
Deze normen bepalen de algemene eisen en testmethodes voor veiligheidsschoenen voor beroepsmatig gebruik. Deze schoenen zijn specifiek ontworpen om de drager te beschermen tegel letsels door ongelukken in een welbepaalde industriële omgeving. De schoenen hebben een veiligheidsneus die bescherming biedt tegen schokken op een maximaal energieniveau dat gelijk is aan 200 Joule en tegen verbrijzeling van 15Kn.
EN346-1 EN EN ISO 20346
Deze schoenen zijn specifiek ontworpen om de drager te beschermen tegel letsels door ongelukken in een welbepaalde industriële omgeving. De schoenen hebben een veiligheidsneus die bescherming biedt tegen schokken op een maximaal energieniveau dat gelijk is aan 200 Joule en tegen verbrijzeling van 15Kn.
EN347-1 EN EN ISO 20347
Deze schoenen hebben geen veiligheidsneus die bescherming biedt tegen schokken en verbrijzeling.
NEN-EN 345
Norm voor veiligheidsschoeisel: schoeisel voorzien van een veiligheidsneus geschikt om een impact van 200 Joule te weerstaan.
Classificatie:
- SB: basisveiligheidsschoenen, voorzien van een stalen neus en antistatische loopzool voor lichte werkzaamheden.
- S1: veiligheidsschoenen met stalen neus en gesloten hiel, antistatische eigenschappen en energieabsorberende hak. Geschikt voor droge werkomstandigheden.
- S2: veiligheidsschoenen met stalen neus en gesloten hiel, antistatische eigenschappen en energieabsorberende hak en waterdichte schacht. Geschikt voor natte werkomstandigheden.
- S3: veiligheidsschoenen met stalen neus en gesloten hiel, antistatische eigenschappen, energieabsorberende hak en penetratiebestendige tussenzool. Geschikt voor natte werkomstandigheden, en biedt dankzij de stalen tussenzool tevens bescherming tegen het doordringen van scherpe voorwerpen.
- S4: veiligheidslaarzen met veiligheidsneus 200 J, antistatische zool en energieabsorberende hak.
- S5: veiligheidslaarzen met veiligheidsneus 200 J, antistatische zool, energieabsorberende hak, geprofileerde loopzool en een penetratiebestendige tussenzool tot 1100 N.
EN 345 EN EN ISO 20345
De normen geven aan dat het om veiligheidslaarzen gaat.
Classificatie:
- S4: stalen top
- S5: stalen top + tussenzool
NORMEN OOGBESCHERMING
EN 166
Bepaalt de basiseisen voor alle oog- en gelaatsbeschermingsmiddelen uitgezonderd laser-, nucleaire, röntgen- en lage temperatuur IR-straling
EN 167
Standaard voor optische testmethoden
EN 168
Standaard voor niet-optische testmethoden
EN 169
Standaard voor lasfilters
EN 170
Standaard voor UV-filters
EN 171
Standaard voor IR-filters
EN 172
Standaard voor zonlichtfilters voor industrieel gebruik
EN 175
Onderdelen voor oog- en gelaatsbescherming bij het lassen
EN 207
Laserbeschermingsbrillen
EN 208
Verstelbare laserbrillen
EN 379
Specificatie met betrekking tot de lasfilters
EN 1731
Oog- en gelaatsbescherming uit geweven metaaldraad tegen mechanische gevaren en/of hitte
NORMEN GEHOORBESCHERMING
EN 352-1
Voor gehoorbeschermers van het koptelefoontype
EN 352-2
Voor gehoorbeschermers type oordopjes
NORMEN VALBEVEILIGING
EN 341
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen en afdalingsmateriaal
EN 353-1
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – meelopende valbeschermers met een starre ankerlijn
EN 353-2
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Meelopende valbeschermers met een flexibele ankerlijn
EN 354
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Veiligheidslijnen
EN 355
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Schokdempers
EN 358
Persoonlijke uitrusting voor werkplekpositionering en ter voorkoming van vallen – Systemen voor werkplekpositionering.
EN 360
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Valbeveiligers met automatische lijnspanners.
EN 361
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Harnasgordels
EN 362
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Koppelingen
EN 363
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Valbeveiligingssystemen
EN 364
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Beproevingsmethoden
EN 365
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Algemene eisen voor de gebruiksaanwijzing, onderhoud, periodieke inspectie, reparatie, markering en verpakking.
EN 517
Geprefabriceerde toebehoren voor daken – Veiligheidshaken
EN 565
Bergbeklimmeruitrusting – Veiligheidseisen en testmethodes
EN 795
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Verankeringspunten – Eisen en testmethodes
EN 813
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – zitharnassen en toebehoren
EN 1497
Reddingsmiddelen – reddingsgordels
EN 1498
Reddingsmiddelen – reddingslussen
EN 1868
Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – lijst van gelijkwaardige termen.
NORMEN HANDSCHOENEN
EN420
Algemene eisen voor handschoenen, o .a. constructie en ontwerp, beschermingsgraad, reiniging, onderhoud en opslag, houdbaarheid, maatvoering en gebruiksaanwijzing.
EN 388
Beschermende handschoenen tegen mechanische risico's
Onderverdeling:
- A. Schuurweerstand 1-4
- B. Snijweerstand 1-5
- C. Scheurbestendigheid 1-4
- D. Perforatieweerstand 1-4
EN 1082
Handschoenen en armbeschermers tegen snijden en stoten door handmessen.
EN 511
Beschermende handschoenen tegen koude
Onderverdeling:
- A. Bestendigheid tegen koude
- B. Bestendigheid tegen contact-koude
- C. Waterafstotend
EN 407
Beschermende handschoenen tegen thermische gevaren (hitte en vuur)
Onderverdeling:
- A. Bestendigheid tegen ontvlambaarheid
- B. Bestendigheid tegen contacthitte
- C. Bestendigheid tegen geleidingshitte
- D. Bestendigheid tegen stralingshitte
- E. Bestendigheid tegen kleine spatten gesmolten materiaal (druppels)
- F. Bestendigheid tegen grote spatten gesmolten materiaal (massa)
EN 374
Beschermende handschoenen tegen chemicaliën en micro-organismen
Doorbraaktijd > 30 min voor minstens 3 chemicaliën uit onderstaande lijst (pictogram aangevuld met codeletters voor de 3 chemicaliën waarvoor de handschoen een doorbraaktijd van >30 min haalde)
Bescherming tegen micro-organismen
EN 12477
Beschermende handschoen voor laswerken
EN 421
Handschoenen die beschermen tegen radioactieve besmetting.
EN 421
Handschoenen die beschermen tegen ioniserende straling.
Handschoenen worden op basis van het risico in 3 categorieën ingedeeld:
- Categorie 1: handschoenen van eenvoudig ontwerp. Bescherming tegen minimale risico’s.
- Categorie 2: handschoen van intermediair ontwerp. Bescherming tegen middelzware risico’s (o.a. mechanische risico’s).
- Categorie 3: handschoen van complex ontwerp. Bieden de hoogste graad van bescherming. Bestemd voor het voorkomen van dodelijke risico’s of voor risico’s die ernstige en onomkeerbare schade aan de gezondheid kunnen veroorzaken en waarvan de ontwerper aanneemt dat de gebruiker de acute effecten niet tijdig kan waarnemen.
Normen personenopvangnetten
EN 1263-1
De europese norm onderscheidt nettypes naar hun vermogen om valenerige (in kj) op te nemen.